Gedicht Doris Schijns
Ik droomde vannacht van een wereld zonder bommenwerpers
de koekoek bouwde er zijn eigen nest
ruzies werden met woorden beslecht
er werd gepraat over meer dan koetjes en kalfjes
kinderen leerden al vroeg hun knikkers te delen en elkaars taal te spreken
Stratego kenden ze niet
ze leerden wel over rode vlaggen en grenzen, hoe die te herkennen en niet te overschrijden
afgunst werd uitgesproken als waardering
uit fouten trok men lering
camouflagekleuren kenden ze niet
en er zaten zelden sloten op deuren
ik droomde vannacht van een wereld zonder bommenwerpers
de lucht was bestemd voor vlinders en vogels
de ekster werd zelden verleid door iets dat glimt
ouders hamsterden geen pasta en conserven, maar kookten een portie extra en nodigden hun buren uit voor de lunch
ze zaaiden samen zaden, besprenkelden die met water, haalden met zachte hand het onkruid weg
er vloeiden tranen van het lachen
er werd geknuffeld en gedanst
er valt oneindig veel te vieren
wanneer vrijheid een voorrecht is