Herdenking bij het Joods Namenmonument Beverwijk op 25 maart
Ben Davidson bij Joods Namenmonument Beverwijk:
‘Overleden Joodse onderduiker begraven in opa’s kippenhok’
BEVERWIJK – ‘Bij ons thuis was geschiedenis belangrijk, maar er werd zelden of nooit over de oorlog gesproken. Bij mijn opa en oma was het onderwerp taboe. Met mijn vader Jacques kon ik pas op latere leeftijd over de oorlog praten. Hij vertelde mij het verhaal over de Joodse onderduiker Mozes de Jong. Die was elders ondergedoken en stierf een natuurlijke dood. En hij moest worden begraven. Via dokter Melchior is hij begraven in het kippenhok van mijn opa en zijn broer. Hier aan de Creutzberglaan, hemelsbreed 150 meter verderop’.
Deze woorden sprak geboren en getogen Beverwijker Ben Davidson in de jaarrede bij de herdenking bij het Joods Namenmonument Beverwijk. Ruim honderd belangstellenden, onder wie veel leerlingen van het Castor College, woonden de herdenking op begraafplaats Duinrust bij.
‘Mijn vader vertelde mij dat mijn opa in januari 1945 in één nacht zijn zwarte haren verloor en de volgende dag spierwit haar had van de stress. De Duitsers sloegen een hekwerk door het kippenhok, waar de Joodse onderduiker was begraven. Bang om te worden ontdekt, bang voor de represailles had mijn opa de hele nacht geen oog dicht gedaan’, aldus Davidson. Hij wees er op dat Beverwijk ooit 205 Joodse inwoners telde en dat er na de oorlog slechts twaalf terugkeerden naar hun woonplaats. Hij deed een oproep aan eenieder, in het bijzonder aan het onderwijs, om meer stil te staan bij de Holocaust.
‘Bij elke herdenking van de Shoa zeggen wij: ‘Nooit meer’. Helaas staat het in groot contrast met de extreme opleving van antisemitisme, zoals we de afgelopen maanden, weken, dagen kunnen zien en ervaren. Het is vandaag de dag lastig voor onderwijsinstellingen om beladen onderwerpen zoals het antisemitisme, de Jodenvervolging te bespreken. Het is soms stuitend om te ervaren wat het kennisniveau van onze jeugd is betreffende onze geschiedenis’.
Locoburgemeester Ali Bal had een soortgelijke boodschap en was er trots op dat zoveel leerlingen van de middelbare school het Castor College de herdenking bijwoonden. De school heeft het Joods Namenmonument geadopteerd. Leerlingen legden, net als de heer Bal een bloemstuk bij het monument. Namens de organiserende werkgroep JNM Beverwijk deden dit Ben Davidson en Wim Spruit.
De leerlingen Joy Lina en Dink Herwegh droegen zelfgeschreven gedichten voor en Ana-Maria Ciobotaru, Mika Steenmeijer en Lucie Mandjes noemden de 99 namen van de Joodse Beverwijkers, mannen, vrouwen en kinderen, die niet meer uit de oorlog terugkwamen.
En, zoals Ben Davidson het zei: ‘99 namen, 26 met mijn achternaam’…
Er was muziek, er werden bloemstukken gelegd bij het monument en de aanwezigen hielden twee minuten stilte. Op 25 maart 2025 is er weer een herdenking.
FOTOBIJSCHRIFTEN:
Jaarrede Ben Davidson 25 maart 2024
Wees NIET wijs in woorden – wees wijs in daden
Wij zijn hier vandaag bijeen voor de herdenking van het Joods Namenmonument Beverwijk.
Ter herinnering aan de Joodse mannen, vrouwen en kinderen die in de Tweede Wereldoorlog vanuit Beverwijk en Wijk aan Zee werden weggevoerd en niet meer terugkeerden.
99 namen – 26 met MIJN achternaam,
Waarom sta ik hier dan?
En waarom kunnen de mogelijke kinderen, kleinkinderen van 26 andere Beverwijkers, met exact dezelfde achternaam… dit niet zeggen?
Bij ons thuis was geschiedenis belangrijk, maar sprak men zelden of nooit over de oorlog, Bij mijn opa en oma was dit onderwerp taboe.
Maar het heeft hen wel gevormd. Mijn opa verafschuwde elke vorm van geweld. En het zorgde ervoor dat hij direct na de Tweede Wereldoorlog als dienstweigeraar het leven door te gaan.
Met mijn vader kon ik pas op latere leeftijd over de oorlog praten.
Hij vertelde mij
Het verhaal van de Joodse onderduiker, de heer Mozes de Jong, die als onderduiker aan een natuurlijke dood stierf en moest worden begraven. Via dokter Melchior is hij begraven in het kippenhok, van mijn opa en zijn broer. Hier, aan de Creutzberglaan, hemelsbreed 150 meter verderop.
Hij vertelde mij
Dat mijn opa in Januari 1945 in één nacht zijn zwarte haren verloor en de volgende dag spierwit haar had van de stress…
De Duitsers sloegen een hekwerk door het kippenhok waar de joodse onderduiker was begraven.
Bang om ontdekt te worden, bang voor represailles had mijn opa de hele nacht geen oog dicht gedaan.
Hij vertelde mij
Over ome Niek, die na de oorlog nooit meer in de salonkamer van zijn statige woning is geweest, omdat hij die in de oorlog “beschikbaar” moest stellen als wachtruimte voor de Duitsers.
Hij vertelde mij
Over de aanslag op dokter Melchior, over de kogelgaten in het kozijn in zijn praktijk, later de dokterspraktijk van dokter Plantinga.
Hij vertelde mij
Dat hij als jongen van vijftien jaar oud door mijn oma bij dreigend gevaar in zijn korte broek met een tol of bal op straat werd gestuurd, zodat de Duitsers hem zouden negeren bij controles of razzia.
Op mijn vraag waarom onze familie ogenschijnlijk eenvoudig de oorlog kon overleven, ondanks onze achternaam antwoorde mijn vader ‘mazzel tof’, ‘pure mazzel tof’.
Later begreep ik dat het ons ‘goed geluk’ was geweest dat mijn oma niet van Joodse afkomst was…. Dus was mijn vader dat dan ook niet. Simpel was dat, ‘mazzel tof’.
Herdenken, waarom moeten wij blijven herdenken?
Van de 205 Joodse inwoners uit de gemeente Beverwijk van voor de Tweede Wereldoorlog keerden er slechts twaalf terug naar Beverwijk. Van een Joods leven in de stad was geen sprake meer, de synagoge in de Breestraat werd gesloten, verkocht en gesloopt. Er rest nog slechts een klein monument ter hoogte van de Beverhof.
Bij elke herdenking van de Shoa zeggen wij: ‘Nooit Meer’.
‘Nooit Meer Jodenhaat’,
‘Nooit Meer Vervolging’,
‘Nooit Meer Antisemitisme’
Helaas staat het in een groot contrast met de extreme opleving van antisemitisme zoals we de afgelopen maanden, weken, dagen hebben kunnen zien en ervaren.
Is de oorzaak hiervan kennis – of beter gezegd – juist het gebrek eraan?
Het is vandaag de dag lastig voor onderwijsinstellingen om beladen onderwerpen zoals antisemitisme of Jodenvervolging te bespreken. Zij kiezen vaak voor een voorzichtige benadering. Omdat men ‘rekening wil houden met de gevoeligheden’ die er leven in de samenleving. Maar juist de ‘voorzichtige benadering’, of soms zelfs het zwijgen, zorgt ervoor dat de extreme verschillen nog meer worden gevoed. Het is soms stuitend om te ervaren wat het kennisniveau van onze jeugd is betreffende onze geschiedenis.
Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling.
Mede in een tijd waar een groot deel van de jeugd haar informatie haalt van blogs en online fora of van zogenaamde influencers.
Ik ben geen educatieve expert en ik ben ook niet haatdragend. Ik verafschuw elk vorm van geweld, wat dat betreft lijk ik op mijn opa. Maar de geschiedenis leert ons zo veel levenslessen.
Daarom
Moeten wij herdenken
Daarom
Moeten wij verhalen blijven vertellen
Daarom
Moeten jullie – en ik richt me speciaal aan alle aanwezigen van het Castor College…
Daarom moeten jullie
Lezen over de geschiedenis
Daarom moeten jullie
Praten met elkaar
Daarom moeten jullie
luisteren naar elkaar
en
Daarom moeten WIJ blijven herdenken.
Ondanks mijn bezorgdheid heb ik vertrouwen in de toekomst.
Ik heb vertrouwen in de toekomst
Door uw aanwezigheid hier, de herdenking op dit moment,
Ik heb vertrouwen in de toekomst
Door de vrijheid om hier te kunnen en mogen spreken,
Ik heb vertrouwen in de toekomst
Door de bereidheid van uw allen om te luisteren.
Ik begon de jaarrede met een Joods gezegde en daarom eindig ik hier ook mee:
‘Wees NIET wijs in woorden – wees wijs in daden’.
Laten we blijven herdenken.