Gedichten van het kennemer college

Oorlog
Oorlog.
Een boem, een knal.
Een hartverscheurend gegil.
Het gebeurt overal.
En dan is het opeens doodstil.
Moeders die hun kind zoeken.
Vaders die hun tranen verbijten.
Mensen die vloeken.
En elkaar van alles verwijten.
We nemen afscheid, de tranen rollen.
Maar we zullen ons er weer doorheen moeten slaan.
Jij lijkt het verwerkt te hebben.
Maar diep van binnen zal de bangheid blijven bestaan
Noa Overvliet B5
Het liefst willen we het vergeten,
dat er heel veel mensen zijn overleden.
Omdat ze zeiden wat ze dachten,
waren wie ze zijn
en geloofden wat ze wilden.
Het was leeg,
het was stil,
maar er was toch heel veel geluid.
Een meisje van mijn leeftijd moest:
Onderduiken,
terwijl ik naar school ga,
zien hoe familie sneuvelde,
terwijl ik op familiebezoek ga
en pijn verdragen,
terwijl ik warm en gelukkig opgroei.
We willen het vergeten,
maar we doen het niet.
Esmeralda vd berg B08
Schuilplaats
Al maanden zit ik in mijn schuilplaats.
Het is donker hier.
Want de ramen zijn beplakt met papier.
Naar buiten kan ik niet.
Ik ben bang dat iemand mij ziet.
Onzichtbare tralies om mij heen.
Ik heb niemand,
en ben alleen.
Ik heb verdriet,
maar niemand die dat ziet.
Ik heb pijn,
ik voel me klein.
Ik ben niet vrij,
ik ben niet mij.
Ik hoor gebonk,
En zie een man,
en dan,
zit ik in de trein.
Julia Beentjes B01
Wereldoorlog
Wereldoorlog zo moeilijk om mee te maken.
Elke keer een gevoel hebben dat zegt hoe het kon gebeuren.
Razend is hoe je je voelt.
Elke keer maar weer.
Lang in de duisternis niet weten hoe het voelt om blij te zijn.
Denken: De dag dat dit voorbij is.
Oorlog zo duister en kil.
Oorlog zo beangstigend denken: Overleef ik dit wel?
Razend oorlog is zo fel.
Lang gedacht er komt geen eind maar eindelijk zie je het licht.
Oorlog eindelijk voorbij maar niet overal.
Geven wat wij gekregen hebben strijden voor vrijheid tot het bittere eind.
Haider Abdirahmaansadiiq B03